SV | En neem in uw hand tien broden, en koeken, en een kruik honig, en ga tot hem; hij zal u te kennen geven, wat dezen jongen geschieden zal. |
WLC | וְלָקַ֣חַתְּ בְּ֠יָדֵךְ עֲשָׂרָ֨ה לֶ֧חֶם וְנִקֻּדִ֛ים וּבַקְבֻּ֥ק דְּבַ֖שׁ וּבָ֣את אֵלָ֑יו ה֚וּא יַגִּ֣יד לָ֔ךְ מַה־יִּֽהְיֶ֖ה לַנָּֽעַר׃ |
Trans. | wəlāqaḥatə bəyāḏēḵə ‘ăśārâ leḥem wəniqquḏîm ûḇaqəbuq dəḇaš ûḇā’ṯ ’ēlāyw hû’ yagîḏ lāḵə mah-yyihəyeh lannā‘ar: |
En neem in uw hand tien broden, en koeken, en een kruik honig, en ga tot hem; hij zal u te kennen geven, wat dezen jongen geschieden zal.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En neem in uw hand tien broden, en koeken, en een kruik honig, en ga tot hem; hij zal u te kennen geven, wat dezen jongen geschieden zal.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!